Tussen januari 2014 en augustus 2017 en onttrok de man na een faillissement onder andere goederen aan de boedel. Hij sluisde door middel van oplichting en valsheid in geschrifte grote geldbedragen weg. Daarnaast maakte de man valse facturen op om daarmee ten onrechte omzetbelasting bij de Belastingdienst terug te vragen. Tenslotte bemoeilijkte de man de afwikkeling van de faillissementen door de administratie niet of onvoldoende bij te houden. Hierdoor konden de curatoren die de faillissementen afwikkelden moeilijk hun werk doen.
Strafbepaling
De rechtbank legt een iets lagere straf op dan door de officier van justitie is geëist. Dit komt doordat de man de fraude al een aantal jaren terug pleegde en het lang duurde voordat de zaak op zitting kwam. De rechtbank vindt een gevangenisstraf van 20 maanden, waarvan 8 maanden voorwaardelijk, passend. Aan het voorwaardelijke deel van de straf is een proeftijd van 2 jaar.