DOETINCHEM - ''Het slachtoffer in deze zaak verkeerde in een hele kwetsbare positie. Hij werd niet zomaar door een ander persoon mishandeld, maar hij werd door zijn baas mishandeld. Verdachte heeft op schandalige manier misbruik gemaakt van deze situatie. Hij heeft een kwetsbare arbeidsmigrant fysiek belaagd.’’ Met deze woorden motiveerde de officier van justitie vandaag voor de rechtbank in Zutphen de strafeis tegen een 25-jarige man uit Doetinchem.
De mishandeling vond plaats op 12 oktober 2020 in Schijndel en kwam aan het licht doordat heftige beelden hiervan werden verspreid via internet. Hierop startte de politie een onderzoek. Dit leidde op 25 november tot de aanhouding van de voorman van het uitzendbureau waarvoor het slachtoffer werkte.
De officier van justitie vroeg zich hardop af wat er was gebeurd als de beelden niet verspreid zouden zijn: ‘’Was deze zaak dan aan het licht gekomen?’’. Hij refereerde aan de ophef die het filmpje veroorzaakte, zowel in Nederland als in het thuisland van het slachtoffer.
Volgens de officier is de mishandeling te kwalificeren als een poging zware mishandeling. Uiteindelijk bleef het letsel beperkt, maar de verdachte heeft bewust het risico genomen dat het slachtoffer wél zwaar gewond zou raken: ‘’Verdachte is fors los gegaan op het slachtoffer. Het filmpje is afschuwelijk om te zien. Verdachte slaat en trapt bijna een minuut lang op het slachtoffer in. Het slachtoffer doet in al die tijd helemaal niets terug, hij duikt alleen ineen en probeert zich te beschermen. Dit houdt de verdachte niet tegen: hij zet meerdere keren opnieuw de aanval in tegen een weerloos slachtoffer.’’ Het feit dat de verdachte op dat moment zware werkschoenen aan had, draagt bij aan het risico op zwaar lichamelijk letsel, aldus de officier.
De verklaringen die verdachte heeft afgelegd als mogelijk motief voor de mishandeling zijn niet geloofwaardig, aldus de officier van justitie. Ook voor de bewering dat het slachtoffer de vader van de verdachte na het incident heeft afgeperst, is geen bewijs gevonden. ‘’Het toont wat mij betreft wel aan dat verdachte en het uitzendbureau er alles aan gedaan hebben om dit onder het tapijt te vegen, dan wel om er een andere draai te geven.’’
Bij de strafeis houdt de officier er rekening mee dat de man recent nog tot een taakstraf is veroordeeld voor drie mishandelingen. Ook het advies van de Reclassering weegt mee. Alles afwegende vindt de officier van justitie een gevangenisstraf van 90 dagen, waarvan 73 dagen voorwaardelijk, passend. Omdat de man al 17 dagen in voorlopige hechtenis heeft gezeten, hoeft hij niet terug naar de cel. Maar aan het voorwaardelijke deel van de straf is wel een proeftijd van drie jaar gebonden en een tweetal voorwaarden die door de Reclassering zijn geadviseerd. Daarnaast hoorde de man een taakstraf van 180 uur tegen zich eisen. Ook zou hij het slachtoffer een schadevergoeding voor immateriële schade moeten betalen van 3000 euro.