Gevaar van illegale gewasbeschermingsmiddelen
Gewasbeschermingsmiddelen (gbm) worden als een risicovol product beschouwd omdat zij organismen bestrijden. Om die reden mogen deze middelen binnen de EU alleen op de markt worden gebracht als daarvoor door de bevoegde autoriteit een toelating is afgegeven. In Nederland wordt deze toelating afgegeven door het College voor de toelating van gewasbeschermingsmiddelen en biociden. Het onderzoek dat aan een toelating vooraf gaat vindt specifiek plaats naar risico’s en gevaren voor mens, dier en milieu. Met name (namaak)middelen die zonder officieel te zijn getest en zonder officiële toelating op de markt worden gebracht of worden gebruikt, kunnen deze risico’s en gevaren in zich hebben.
Onderzoek door NVWA
In december 2012 is door de Nederlandse Voedsel- en Waren Autoriteit (NVWA) een tactische analyse uitgevoerd m.b.t. de handel in nagemaakte gbm in Nederland. De hoofdverdachte is hierin naar voren gekomen als grootschalig importeur van uit China afkomstige gbm. Uit een vervolg analyse kwam naar voren dat de hoofdverdachte mogelijkerwijs ongeveer 50% van de door haar uit China geïmporteerde gbm zonder de vereiste toelating op de markt van de EU heeft gebracht. Om oneerlijke concurrentieverhoudingen tegen te gaan is in Europese en nationale wetgeving in de toelatingsprocedure als eis opgenomen dat iedere aanvrager van een toelating een volledig stof- en middeldossier moet indienen. De bevoegde autoriteit mag bij de beoordeling van een aanvraag geen gebruik maken van andermans gegevens zonder diens toestemming (regels van dataprotectie). Dit brengt met zich mee dat ook de producent van een nagemaakt gbm behoorlijk moet investeren om een toelating te verkrijgen.
Verdachte importeert uit China
Naar aanleiding van de analyse van de douanegegevens is vastgesteld dat de verdachte in de periode van 1 januari 2009 tot en met 15 augustus 2013 in totaal 3.978.261 kilogram gbm vanuit China heeft geïmporteerd. Van deze hoeveelheid gbm had 57% een EU-land als bestemming en 43% had als bestemming een derde land. Hieruit blijkt dat de verdachte structureel en op grote schaal gbm zonder toelating importeert vanuit China. De geïmporteerde gbm komen veelal per schip via de haven van Rotterdam of Antwerpen in containers binnen. Deze containers zijn geladen bij de fabrikant van de producten of bij een overslagbedrijf in het land van herkomst. Bij aankomst in de EU worden de douaneformaliteiten, de opslag en het transport in opdracht van de verdachte verzorgd door een logistiek dienstverlener. Hier vandaan worden de goederen getransporteerd naar de klant. Dit kan zijn binnen Nederland, binnen Europa of buiten Europa.
Verlies van biodiversiteit
De teelt van planten neemt in de EU een zeer belangrijke plaats in. Het gebruik van gbm is één van de belangrijkste methoden om planten en plantaardige producten tegen schadelijke organismen, met inbegrip van onkruid, te beschermen en de landbouwproductie te verbeteren. Gbm voor gewassen zijn het equivalent van de geneesmiddelen voor de mens. Het gebruik ervan kan risico’s en gevaren voor mens, dier en milieu inhouden, vooral wanneer zij zonder officieel te zijn getest en zonder officiële toelating op de markt worden gebracht of verkeerd worden gebruikt. Daarnaast geldt dat er sprake is van gevaarlijke stoffen. Als niet kenbaar is om welke stoffen het precies gaat, dan levert dat ook een risico op i.v.m. de veiligheid voor de eindgebruiker en de vervoerder. Gbm kunnen ook bijdragen aan het verlies van biodiversiteit, zoals een vermindering van de insectenpopulatie. Gbm worden genoemd als één van de oorzaken van een afnemende populatie van bestuivende insecten.
Tijdspanne onderzoek
“In deze zaak is complexe regelgeving aan de orde. Binnen het onderzoeksteam is de inzet van diverse materiedeskundigen noodzakelijk geweest. Er is dus sprake van een bijzondere omstandigheid die een langere termijn voor afronding van de strafprocedure rechtvaardigt. Uit de tijdlijn blijkt genoegzaam dat het opsporingsteam voortvarendheid heeft betracht. Nadat het eindproces-verbaal bij het FP is ingeleverd, heeft het vervolgens lang geduurd voordat er een definitieve vervolgingsbeslissing is genomen t.a.v. de verdachten in dit dossier. Dit heeft tot vertraging geleid. Na de regiebijeenkomst bij de RC op 20 februari 2020 brak de pandemie uit. Dit heeft voor verdere vertraging gezorgd bij het uitvoeren van de getuigenverhoren. Het voorgaande in aanmerking nemend houd ik in de strafmaat in het voordeel van verdachten rekening met de lange duur van de gehele procedure’’, aldus de officier van justitie.
Gevangenisstraffen, taakstraffen en een boete eist het OM
Het OM eist tegen het bedrijf (de B.V.) een boete van 300.000 euro. Tegen de hoofdverdachte 18 maanden gevangenisstraf, tegen de zoon van de hoofdverdachte 100 uur taakstraf en tegen de 3e verdachte 180 uur taakstraf en 6 maanden gevangenisstraf voorwaardelijk met een proeftijd van 2 jaar. Naast de strafrechtelijke vervolging is een ontnemingsprocedure aanhangig gemaakt, om het geschatte voordeel dat behaald is met het plegen van strafbare feiten, te ontnemen. De vordering is gericht op de B.V. en is uitgegaan voor 2,6 miljoen euro.
De rechtbank doet over 14 dagen uitspraak.