WINTERSWIJK - De rechtbank veroordeelt een 31-jarige man uit Purmerend tot een gevangenisstraf van 180 dagen waarvan 176 dagen voorwaardelijk. Daarbij moet de man een taakstraf van 180 uur verrichten. Hij is schuldig aan het plegen van onder meer 2 pogingen tot zware mishandeling in Winterswijk.


De man was op 13 juni 2023 in de woning van zijn toenmalige vriendin. Er ontstond een worsteling, waarbij de man zijn vriendin meerdere malen in het gezicht en op haar hoofd sloeg. Ook kneep de man met kracht haar keel dicht. Nadat de man de woning verliet, ging hij op zoek naar het 2e slachtoffer. Hij wilde naar eigen zeggen verhaal halen, omdat hij het vermoeden had dat zijn vriendin vreemdging met deze man. Toen de man het adres van het 2e slachtoffer had achterhaald, drong hij de woning van het slachtoffer binnen. Hij nam de telefoon van de man af en gaf deze niet meer terug. Hij sloeg en schopte de man tegen zijn lichaam en zijn hoofd, waarna hij het slachtoffer van de trap af mee naar buiten sleurde. Buiten ging het geweld door tot de politie arriveerde en de man aanhield.

Kind getuige van geweld

De confrontatie tussen de man en zijn toenmalige vriendin vond plaats in de woning waar op dat moment ook de 2-jarige dochter van partijen aanwezig was. Het 2e slachtoffer werd fors mishandeld in zijn eigen woning. De man uit Purmerend gedroeg zich in korte tijd 2 keer zeer agressief. Dit alles gebeurde in de woningen van de slachtoffers. De rechtbank vindt de feiten ernstig, omdat de slachtoffers zich in hun eigen woning juist veilig moeten kunnen voelen. Ook neemt de rechtbank de man kwalijk dat zijn nog jonge kind getuige was van het geweld.

Veroordeling

De man bekende de huisvredebreuk en de diefstal van de telefoon van 1 van beide slachtoffers. De rechtbank stelt op basis van onder meer de aangiften van de slachtoffers, medische gegevens, foto's van het letsel en een verklaring van een politieagent die ter plaatse is geweest, vast dat de man zich ook schuldig heeft gemaakt aan de 2 pogingen tot zware mishandeling en de bedreiging die hem ten laste waren gelegd. De rechtbank vindt niet bewezen dat de man zich schuldig heeft gemaakt aan huisvredebreuk bij de woning van zijn toenmalige vriendin en aan de diefstal van haar telefoon.

Taakstraf en voorwaardelijke celstraf

De rechtbank vindt dat bij deze gedragingen van de man als uitgangspunt een onvoorwaardelijke gevangenisstraf zou moeten worden opgelegd, langer dan de 4 dagen die de man na zijn aanhouding in verzekering doorbracht. Daar staat tegenover dat de man na het plegen van de feiten op eigen initiatief hulp heeft gezocht en hij zijn leven inmiddels weer op de rit lijkt te hebben. Het alsnog opleggen van een onvoorwaardelijke gevangenisstraf - bijna een jaar na het plegen van de feiten - zou deze positieve ontwikkelingen kunnen doorkruisen. De rechtbank legt de man daarom een onvoorwaardelijke gevangenisstraf op, gelijk aan de tijd die hij direct na zijn aanhouding in verzekering doorbracht. De man hoeft hierdoor niet opnieuw de cel in. Daarbij legt de rechtbank een forse voorwaardelijke gevangenisstraf op van 176 dagen om de man ervan te weerhouden opnieuw strafbare feiten te plegen. De rechtbank legt verder nog een taakstraf op van 180 uur.

Schadevergoeding

Tot slot kent de rechtbank een vergoeding van 1.500 euro toe aan smartengeld.