Het meisje is kwetsbaar en heeft de verstandelijke vermogens van een klein kind. De man was in 2020 de taxichauffeur die haar van en naar het speciaal onderwijs bracht. Bij de politie en tijdens de rechtszaak ontkende de man dat er sprake was van dwang tijdens de seksuele handelingen. De advocaat van de man pleitte voor vrijspraak wegens gebrek aan wettig en overtuigend bewijs omdat het meisje zou hebben ingestemd met de handelingen en er zelfs het initiatief toe zou hebben genomen.
Bewijs voor verkrachting
De rechtbank gaat hier niet in mee en vindt de verkrachting wel bewezen. De rechtbank leidt uit onder meer uit de verklaring van het meisje, de verklaringen van haar moeder en de verklaring van de man zelf af dat de man mentaal en fysiek overwicht had op het meisje en hiervan wist toen hij haar in zijn woning meenam en daar seksueel contact met haar had. De man wist dat zij autisme had en naar het speciaal onderwijs ging. Er was kijkend naar de biologische leeftijd van het meisje en de verdachte op dat moment sprake van een groot en relevant leeftijdsverschil, wat door het verstandelijke niveau waarop het meisje functioneerde alleen nog maar groter werd. Verder was de man degene die haar van en naar school bracht en was zij in die zin van hem afhankelijk. Uit de verklaring van het meisje blijkt volgens de rechtbank dat de man ook tijdens de seksuele handelingen gebruik maakte van zijn fysieke overwicht, door op haar te blijven liggen en haar vast te houden. Volgens de rechtbank maakte de man misbruik van al deze omstandigheden en creëerde hierdoor een bedreigende situatie voor het meisje. Er is dus wel sprake van dwang.
Gebrek aan verantwoordelijkheid
Dat de man blijft verklaren dat het meisje tot dit alles het initiatief nam en het vrijwillig onderging, getuigt volgens de rechtbank van een gebrek aan zelfinzicht en gebrek aan verantwoordelijkheid die hij had moeten nemen. Welke gevolgen dit alles voor het meisje heeft gehad, heeft haar moeder ook uiteengezet in de door haar voorgelezen slachtofferverklaring.
De man maakte zich schuldig aan het vervaardigen en het verspreiden van kinderporno van het meisje en kort gezegd het bezit van een grote hoeveelheid kinderpornografisch materiaal. De man heeft door het vervaardigen, verspreiden en het bezit van dergelijk materiaal volgens de rechtbank een wezenlijke bijdrage geleverd aan de instandhouding van de gruwelijke praktijken die vaak gepaard gaan met het vervaardigen ervan.
Straf en maatregelen
De rechtbank legt een gevangenisstraf van 4 jaar op aan de man. De rechtbank legt een lagere straf op dan zoals de officier van justitie gevorderd, nu zij de verminderde toerekeningsvatbaarheid van de man zoals die door deskundigen is vastgesteld zwaarder laat meewegen. Verder kan volgens de rechtbank niet bewezen worden dat de man zo intensief bezig is geweest met het vervaardigen en verspreiden van kinderpornografische afbeeldingen dat van een gewoonte moet worden gesproken.
Daarnaast legt de rechtbank tbs met voorwaarden op. Gezien de ernst en de complexiteit van de door de deskundigen vastgestelde stoornissen van de man, de ernst van de misdrijven en het (hoge) beveiligingsniveau dat voor hem nodig is, vindt de rechtbank het opleggen van de tbs-maatregel met voorwaarden noodzakelijk. Het opleggen van deze maatregel is volgens de rechtbank nodig om de man adequaat te kunnen behandelen, de maatschappij te beveiligen en het gevaar op herhaling zo veel mogelijk in te perken.
De deskundigen geven aan dat het recidiverisico (matig-)hoog is. Daarom legt de rechtbank daarnaast een gedragsbeïnvloedende en vrijheidsbeperkende maatregel op.
Schadevergoeding
Tot slot moet de man ook een schadevergoeding van 10 duizend euro betalen aan het meisje.