DOETINCHEM - De rechtbank veroordeelt een 41-jarige man uit Doetinchem voor bedreiging van zijn ex-vriendin. Ook vindt de rechtbank bewezen dat de man na het verbreken van de relatie de ruiten ingooide van de woning van zijn ex-vriendin. Verder stak de man een band van de auto van de nieuwe partner van zijn ex lek. Daarnaast veroordeelt de rechtbank hem voor drugsbezit, opzetheling, een inbraak in een bestelbus en een winkeldiefstal. De rechtbank legt de man een gevangenisstraf op van 6 maanden.


De ex-partner van de man werd in de nacht van 2 oktober 2021 wakker van een harde knal. Toen zij ging kijken, bleek dat een ruit was ingegooid. Later op de dag kwam de vrouw thuis en bleken weer enkele ruiten ingegooid. In de nacht van 3 oktober 2021 betrapte de politie de 41-jarige man op heterdaad, terwijl hij een band van het voertuig van de nieuwe partner van de vrouw lek stak. De man bekende dat hij sms'jes en spraakberichten naar zijn ex-partner stuurde om haar bang te maken.

De rechtbank vindt het bewezen dat de man de ruiten van de woning van zijn ex-vriendin heeft vernield en vindt het ook bewezen dat het ingooien van de ruiten, samen met het versturen van de sms'jes en spraakberichten, een strafbare bedreiging oplevert.

Onvoldoende bewijs voor veroorzaken explosie

De rechtbank vindt dat er onvoldoende bewijs is dat de man een explosie heeft veroorzaakt door vuurwerk te plaatsen tegen de woning van zijn ex-partner en spreekt de man daarvan vrij.

Drugsbezit

Bij een doorzoeking in de woning van de man op 3 oktober 2021 trof de politie hoeveelheden MDMA, cocaïne en hasjiesj aan. De rechtbank veroordeelt de man voor het bezit van deze middelen. De rechtbank vindt het daarnaast ook bewezen dat hij heeft ingebroken in een bestelbus in Zeddam in de nacht van 7 op 8 april 2021. Daarbij nam de man een slagschroevendraaier mee. Daarnaast maakte hij zich schuldig aan het helen van specialistisch gereedschap en het stelen van enkele producten uit een supermarkt in Doetinchem.

Strafbepaling

De rechtbank volgt de eis van de officier van justitie bij het opleggen van de straf. Kijkend naar de ernst van de vergrijpen en het strafblad van de man oordeelt de rechtbank dat er geen andere straf kan volgen dan een onvoorwaardelijke gevangenisstraf.