Het slachtoffer deed aangifte van ontucht door haar vader. De feiten speelden zich af in de periode van maart 2012 tot en met maart 2016. De rechtbank vindt de verklaring van het slachtoffer betrouwbaar en vindt ook dat er voldoende steunbewijs is. Daarnaast vindt de rechtbank de gedeeltelijke ontkenning van de man niet aannemelijk. De rechtbank oordeelt dat de man ontuchtige handelingen heeft verricht met zijn toen minderjarige dochter. Het misbruik duurde 1,5 jaar tot het moment dat zij naar de middelbare school ging.
Misbruik van vertrouwensrelatie
De man maakte misbruik van de afhankelijke vertrouwensrelatie die een dochter met haar vader heeft. Door zijn handelen maakte de man ook een zeer ernstige inbreuk op de lichamelijke en psychische, emotionele en seksuele ontwikkeling van zijn dochter. Het misbruik heeft een enorme impact gehad op het slachtoffer. Dit alles rekent de rechtbank de man zwaar aan.
Strafbepaling
De officier van justitie eiste een gevangenisstraf van 4 jaar, waarvan 1 jaar voorwaardelijk, met een proeftijd van 3 jaar.
De rechtbank oordeelt dat een gevangenisstraf van 30 maanden, waarvan 10 maanden voorwaardelijk, met een proeftijd van 3 jaar een passende straf is. De man moet zich tijdens de proeftijd melden bij de reclassering en zich laten behandelen. De straf valt iets lager uit omdat de rechtbank uitgaat van een kortere periode dan de officier. Tot slot moet de man aan zijn dochter een schadevergoeding van ruim 10 duizend euro betalen.