Op 24 november 2021 kregen de man en zijn vriendin onenigheid. Vervolgens ontstond er een worsteling, waarbij de man zijn vriendin wurgde. Zij overleed uiteindelijk een paar dagen later in het ziekenhuis aan de gevolgen van de wurging.
Impact
Het slachtoffer vocht tijdens de worsteling voor haar leven. De man maakte een einde aan het leven van een jonge vrouw die volop in het leven stond. Hij ontnam haar het meest fundamentele bezit, namelijk het recht om te leven. De dood van het slachtoffer raakte ook anderen, zoals ook bleek uit de slachtofferverklaringen die zijn voorgelezen op de zitting. Het gemis is enorm en het zorgt voor veel leed en verdriet. Daarbij komt dat het strafrechtelijk onderzoek geen sluitend antwoord geeft op alle vragen die de gebeurtenissen van die novembernacht oproepen.
Persoonlijkheidsstoornis
Volgens de deskundigen is er bij de man sprake van een combinatie van ontwikkelingsproblematiek, een persoonlijkheidsstoornis met schizoïde trekken en verslavingsgevoeligheid. Ze adviseren de rechtbank daarom om de man de verdenking in verminderde mate toe te rekenen. De rechtbank neemt dat advies over.
Strafbepaling
De rechtbank houdt bij het bepalen van de straf rekening met de persoonlijkheidsproblematiek en de daarmee samenhangende verminderende toerekeningsvatbaarheid. Een kortere gevangenisstraf dan 6 jaar doet onvoldoende recht doet aan de ernst van het feit, mede vanuit oogpunt van vergelding en normhandhaving. Dat ook behandeling nodig is om herhaling te voorkomen, doet aan de hoogte van deze straf niet af.
Tbs met dwangverpleging
Omdat de rechtbank komt tot een gevangenisstraf van meer dan 5 jaar, legt ze de maatregel terbeschikkingstelling (tbs) op in de vorm van tbs met dwangverpleging. De door deskundigen geadviseerde tbs met voorwaarden kan namelijk wettelijk niet worden opgelegd in combinatie met een gevangenisstraf van meer dan 5 jaar. Volgens de rechtbank is het op basis van de deskundigenrapporten onverantwoord om de man onbehandeld terug te laten keren in de maatschappij. De kans op herhaling van een ernstig gewelddadig feit is daarvoor te groot. Verder legt de rechtbank de man de maatregel tot gedragsbeïnvloeding en vrijheidsbeperking op.
Schadevergoedingen
De pleegouders, pleegzussen en de biologische moeder van het slachtoffer dienden een verzoek tot schadevergoeding in. De pleegouders hebben per persoon 20 duizend euro aan affectieschade gevorderd en per persoon 10 duizend euro aan schokschade. De rechtbank wijst dit toe. De pleegzussen vorderen elk 10 duizend aan schokschade. De rechtbank wijst ook deze bedragen toe.
De biologische moeder vorderde 100 euro aan reis- en telefoonkosten, 17.500 euro aan affectieschade en 25 duizend euro aan smartengeld namens haar dochter. De rechtbank verklaart de biologische moeder niet-ontvankelijk in haar vordering, omdat over deze posten teveel onduidelijkheid bestaat en dit een onevenredige belasting van het strafproces oplevert. Ze kan nog wel naar de burgerlijke rechter stappen voor een schadevergoeding.